Op weg naar een groene stedenbouw – door Hiltrud Pötz
De stad is steeds kwetsbaarder geworden voor extreme regenbuien en lange periodes van droogte als gevolg van de klimaatverandering en de toenemende verharding. De lezing zal laten zien hoe ontwerpers, planners en waterbeheerders gezamenlijk water een plek kunnen geven in de stad en een bijdrage kunnen leveren aan het vormgeven van water in de stad. Geïntegreerde oplossingen maken deel uit van het nieuwe stedelijke weefsel en dragen bij aan een nieuwe stedelijke esthetiek.
De complexe klimaatopgave vraagt naast vernieuwing in technieken om vernieuwing in processen. Aan de ene kant is een samenwerking tussen de betrokken deskundigen en overheden vereist; daarnaast zal, om draagvlak te creëren, in toenemende mate de burger bij processen betrokken dienen te worden.
Een groot deel van de maatregelen die deel uit maken van een klimaatadaptieve en -mitigatieve stad hebben ook raakvlaken met andere actuele stedelijke opgaven, zoals hittestress, biodiversiteit en luchtkwaliteit en het bevorderen van de leefkwaliteit.
Het vergroenen van steden verhoogt de sponswerking van de stad, verzacht hittestress, verbeterd de luchtkwaliteit, vergroot de biodiversiteit en verhoogt de leefkwaliteit..
Hiltrud Pötz is medeoprichter en mede-eigenaar van bureau opMAAT, architectuur, stedenbouw, onderzoek en advies’. Binnen opMAAT houdt ze zich sinds twintig jaar bezig met ontwerpen, adviseren en onderzoeken op het gebied van duurzaam bouwen.
Ze is o.a. architect van het Rijkswaterstaatkantoor Terneuzen dat met een Greencalcscore van 323 (A+) nog steeds een van de meest duurzame kantoorgebouwen van Nederland is. Daarnaast heeft ze als ontwerper verschillende particulier opdrachtgeverschap projecten gerealiseerd zoals het Kwarteel in de duurzame wijk EVA Lanxmeer in Culemborg en recent het project Hof van Heden in opdracht van de woningbouwvereniging Vestia.
opMAAT
nieuw adres per 1 januari 2011:
Koningsplein 93
2611 LX Delft
T 015 2138423
www.opmaat.info
Ontwerpen met water: droombeelden, doembeelden denkbeelden, door Siebrand Tjallingii
PRAKTIJK: De stad is steeds kwetsbaarder geworden voor extreme regenbuien en lange periodes van droogte als gevolg van de klimaatverandering en de toenemende verharding op de aardbodem. Het vergroenen van steden verhoogt de sponswerking van de stad, verzacht hittestress, verbetert de luchtkwaliteit, vergroot de biodiversiteit en verhoogt de leefkwaliteit.
DROOM: Waterstromen zijn een rijke bron voor architectendromen. Water is in de eerste plaats een spiegel, een waterval of een fontein.
DOEM: Al Gore met zijn ‘Inconvenient Truth’
DENKBEELDEN: het eeltscenario, het deltaplanscenario, het duurzame scenario.
Voor meer informatie zie bijlage (doc, 618Kb).
Sybrand Tjallingii (1941) is planoloog/stedenbouwkundige. In 1969 studeerde hij af in de landschapsecologie (biologie met vegetatiekunde en bodemkunde) aan de Universiteit Utrecht. In 1996 promoveerde hij aan de TU Delft op Ecological Conditions, een fundamentele studie naar de relatie tussen ecologie en planning. Van 1975 – 1990 werkte hij in onderwijs en onderzoek aan de Faculteit Bouwkunde TU Delft. Van 1990 – 2002 was hij als onderzoeker groenbeheer en stad-land relaties verbonden aan het instituut dat nu ALTERRA heet, onderdeel van Wageningen Universiteit en Research organisatie. In 2002 keerde hij terug naar Delft waar hij tot zijn pensionering in 2006 universitair hoofddocent was bij de groep Milieutechnisch Ontwerpen van de Afdeling Stedenbouw aan de Faculteit Bouwkunde. Thans nog werkzaam als onderzoeker en adviseur op het gebied van stedebouw en planologie met water en groen als belangrijkste thema’s.
email: [email protected]
Verslag
3 februari 2011, Viba café, ’s Hertogenbosch
Tweedelige lezing over groenblauwe stedebouw
Het centrale thema van de avond: waterhuishouding voor ecologisch verantwoorde stedebouw. De twee sprekers behandelen met name het wijkniveau met onderbouwing op grotere schaalniveaus.
{1}
Hiltrud Pötz ontwerpt met haar bureau opMAAT al ruim 20 jaar ecologisch binnen onze landsgrenzen. Ze begint nochtans met een voorbeeld uit een ander werelddeel. In het Aziatische continent is een stad gebouwd met maximaal groen en maximaal verantwoord gebruik van het daar aanwezige water. Singapore blijkt een bewijs van voorbeeldig verantwoorde stedebouw waarbij een zeer vergelijkbare levensstandaard geldt als in onze Nederlandse steden.
Voor onze steden stelt Hiltrud dat we met groene stedebouw zeven vliegen in één klap kunnen slaan:
biodiversiteit,
watermanagement,
hittestress,
luchtkwaliteit,
grondstoffen verbruik,
betrokkenheid van bewoners,
voedseltekort.
Verstedelijking van de wereld maken de voedingsbodem voor deze uitdagingen extra vruchtbaar. De zeven uitdagingen zijn allemaal belangrijk, met een nadruk op de waterhuishouding. Slim watermanagement biedt goede combinaties en uitkomsten om de andere uitdagingen te verwezenlijken in een ecologisch verantwoorde wijk.
Water in een wijk zou als in een kringloop moeten functioneren. Derhalve is met name buffering noodzakelijk. Daarnaast sponswerking door de grond te infiltreren, te ontharden, regenwater te reinigen en hergebruiken. Groen speelt hier een vanzelfsprekende rol in.
Een opvallende constatering met betrekking tot (bio)diversiteit is dat voor de meeste soorten geldt dat in steden een grotere variëteit voorkomt dan op het platteland. Hiltrud onderbouwt dit met de vergelijking tussen een gebouw en een steen in het landschap. De steen in het groen is verantwoordelijk voor een aantal micro klimaten die we in steden veel bewuster kunnen inzetten.
Voor de besproken referenties zie: www.water-in-zicht.nl
{2}
Het tweede deel van de avond gaat over een nieuwe rol voor water in de stad. Sybrand noemt water zodoende ‘een rijke bron’.
De nieuwe rol van water in de stad zou een droom kunnen vervullen, maar bevindt zich ergens tussen het droombeeld en het doembeeld dat we van water in de gebouwde wereld hebben.
Het doembeeld zet mensen aan om te werken aan een betere waterhuishouding. Berekenend en gericht op fysieke controle.
Het esthetische droombeeld zou niettemin de motivatie moeten zijn in plaats van de angst gedreven controle mechanismes. De werking van de natuur om ons heen is eenvoudig met de menselijke droombeelden te combineren.
Voor de verschillende modellen die Sybrand presenteert (zie doc) legt hij het Ecópolis kader aan de basis. In dit kader wordt samenhang bepleit tussen de Actoren, Gebieden en Stromen voor een stedebouwkundig plan. De Actoren scheppen voorwaarden voor samenwerking & innovatie, Gebieden voor natuur & cultuur en de Stromen voor gezondheid & gebruik. Samen wordt het watermanagement principe in een vaste volgorde nagestreefd: [1] vasthouden, [2] bergen, [3] afvoeren.
Voor water als rijke bron blijft ondanks alles gelden dat voor elke situatie zorgvuldig afwegingen gemaakt moeten worden voor een balans tussen opvangen en afschermen.
Willem Doreleijers