Interview met Maurice van Mourik

Maurice van Mourik: klassiek in architectuur en muziek.

Wie ben je?

Mijn naam is Maurice van Mourik, leeftijd 74 jaar, ongehuwd. Opgeleid als architect aan de TU Delft en in 1974 afgestudeerd. Ik had altijd iets met kunst vanuit de wieg: mijn moeder was pottenbakster/kunstenaar/pianiste en mijn vader taalkunstenaar en neerlandicus. Daarom paste mijn afstudeeropdracht goed: het ontwerp van een kunstacademie-gebouw. Het was een open galerij idee structuur, beetje voorloper van de kantoortuin. Ik ben architect van de klassieke school, dus niet persé toepassen van neostijlen, maar wel van afgewogen  proporties  Zie ook mijn website.

En daarna?

Na mijn afstuderen heb ik bij veel architectenbureaus gewerkt. Goed voor de boterham, maar de nadruk lag altijd op productie en een keiharde hiërarchie Haha, ik pas me wel aan maar onder een baas werken was niet optimaal.  Door haalbaarheidsstudies op eigen risico te doen  kon ik beter mijn ei kwijt. Zo ontdekte ik een vervallen pakhuis annex rijksmonument in Amsterdam dat de eigenaar wilde slopen om er een parkeergarage van te maken. Ik vond gehoor bij het Bouwfonds. Zij zagen wel wat in mijn voorstellen om er een appartementencomplex van te maken.

Samenwerken!

Maurice zou willen dat architecten meer gaan samenwerken zonder hun ego’s voorop te stellen. Projectontwikkelaars maken dankbaar gebruik van de onderlinge verdeeldheid.  Bij de VIBA neemt hij wél waar: een klimaat van kennisdeling en uitwisseling van ervaringen. “Architectuur (en stedenbouw)  zie ik niet uitsluitend als een “esthetisch” verantwoord product, maar ook sociaal economisch, waarbij mensen in leven en hun bestaan opbouwen.”

Wat doe je nu?

Momenteel werk ik parttime als Autocad Tekenaar op een bouwkundig bureau. Als hobby speel ik viool- en altviool. Ik put uit de klassieke muziek

veel steun, inspiratie en troost.  Mijn moeder speelde piano maar dat lukte mij minder door matige coördinatie tussen de linker- en rechterhand. Toen ik de viool probeerde, had ik mijn muzikale liefde én instrument  gevonden! De solosuites van Bach heb ik alle gespeeld. Oók ben ik een grote fan van jazzviolisten, zoals Joe Venuti, Django Reinhard en Eddy South. (Onderaan dit interview twee youTube’s met de keuzes van Maurice)

 

Waarom ben je VIBA lid?

In de jaren 80 ben ik een half jaar lid geweest op zoek naar ‘de natuur’ na het rapport van de Club van Rome. Ik heb ook kennis gemaakt met de ideeën van Peter Schmid en bijeenkomsten bezocht op Herlaer. Ik zocht toen naar mogelijkheden binnen de Viba, waarmee ik ook mijn boterham kon verdienen. Vrije bevlogenheid was mij toen nog vreemd.

Ik ben nu opnieuw lid van VIBA, omdat ik voorstander ben van integrale en thematische wijze van ontwerpen, die niet uitsluitend wordt bepaald door financiële motieven. En ‘gewoon’ uit interesse voor architectuur- en stedenbouwkundige geschiedenis en thema’s.

Uiteraard met toepassing van zoveel als mogelijk natuurlijke bouwmaterialen, vanwege de ecologische crisis.
En het uitwisselen van  kennis  en ideeën in een open discussie.
Maurice spreekt de wens uit dat de spirituele architectuur voldoende aandacht krijgt.

Hoe zou je het nu aanpakken?

Ja daar vraag je me wat. Als ik mijn ideële wensen zou uitwerken en daarvoor in Den Haag daar gehoor zou krijgen, dan ben ik al ter ziele als het zou worden uitgevoerd. Ik neem Le Corbusier als voorbeeld. Hij heeft samen met andere top-architecten in de jaren dertig van de vorige eeuw congressen georganiseerd, (CIAM) , waarin een functionalistische en rationalistische wijze van ontwerpen werd gepropageerd, met nadruk op het splitsen van functies, zowel in de stedenbouw als bij gebouwen. Pas na de 2e Wereldoorlog en daarna zijn deze ideeën (helaas) breed toegepast. Een beroemde uitspraak van Mies van der Rohe : “Less is More”. Wonen en werken zouden weer bijeen moeten worden gebracht. Mijn ideaal zou zijn kleine bedrijven in de woonwijken en liefst zelfvoorzienend. Een voorbeeld : energie uit de aardbodem winnen, d.m.v geothermie. Ook hier weer zou onderzocht moeten worden hoeveel  en van welke omvang installaties per woonwijk nodig zijn voor het winnen van geothermie. Nadeel is misschien wel, dat je een uitgebreid leidingnetwerk moet aanleggen, wat ook weer veel kosten met zich meebrengt.  Maar wellicht zijn kleine (goedkope) installaties per 10 woningen of zelfs per woning al mogelijk, met een relatief korte terugverdientijd.  Zoals nu al aangetoond kan zonne-energie voor een groot deel voorzien in elektriciteit, alleen is het nog niet onafhankelijk van de seizoenen, d.m.v. seizoenopslag en accu’s. Immers in de winter schijnt de zon minder en is er te weinig opbrengst van elektriciteit. Hopelijk zullen in de nabije toekomst accu’s of andere opslagmedia worden ontwikkeld, waarbij de fluctuaties in de toevoer van energie opgevangen kunnen worden.

Waar gaat het met de VIBA naar toe ? 

 Ik hoop dat de VIBA tegenwicht zal bieden aan de in mijn ogen doorgeschoten rationalisatie en verzakelijking van onze samenleving. Er is naar mijn mening sprake van een waardencrisis, waarbij economische- en financiële waarden overheersen.  Overigens begrijp ik heel goed, dat je eerst geld moet verdienen, voordat je het kunt uitgeven.

Hoe kan dat volgens jouw ?

Concentreren op een  aantal aandachtsgebieden/thema’s  en die verder uitdiepen. Voorkomen moet worden dat er versplintering ontstaat, omdat man/vrouwkracht en geldmiddelen beperkt zijn. Wellicht kan een voorstel voor subsidie door de overheid worden gedaan, zonder al teveel beperkende voorwaarden. 

Ook: rust en eenheid creëren in een hectische, chaotische wereld en d.m.v publicaties de aandacht vestigen op alternatieven.

En indien mogelijk ook ideeën ontwikkelen over “ecologische en duurzame ” stedenbouw, waarbij wonen, werken en recreatie worden geïntegreerd en gestreefd wordt naar zoveel mogelijk autarkie.  Dit spaart uiteindelijk veel geld uit. Een goed voorbeeld is Eva-Lanxmeer in Culemborg. Dus afstand en/of afscheid nemen van de functionalistische planning en functiesplitsing.  Door de huidige enorme woningnood bestaat het risico, dat er nog meer Vinex wijken uit de grond  worden gestampt, met dito verkeersstromen, sociale vereenzaming, hangjongeren, te groot ruimtebeslag, materiaalverspilling,  etc.

Autarkie-zelfvoorzienend ?

Bij zelfvoorzienend is te denken aan :

– kassen, waar groenten geteeld worden
– visvijvers , t.b.v. het kweken van vis.
– moestuinen
– het houden van kippen, t.b.v. eieren
– het houden van geiten en schapen (op kleine schaal)

Uitgezocht moet worden in het bestemmingsplan hoeveel gebied per bijvoorbeeld 1000 -10.000  inwoners nodig is, zodat een agrariër hiervan kan leven en het economisch verantwoord is. Ook kunnen wellicht met nieuwe technologieën meer efficiënte en integrale productiemogelijkheden worden ontwikkeld, die niet ten koste gaan van de kwaliteit van de landbouwproducten, zoals wij nu zien bij de toepassing van kunstmest en daaraan gekoppeld de “gewasbeschermingsmiddelen” en verarming en uitputting van de bodem !

Hierdoor ontstaat een tegenwicht, tegen de ver doorgevoerde functiesplitsing in de stedenbouw. Dan wordt het contact met de natuur weer (enigszins)  hersteld.  De lokale bewoners kunnen weer hun inkopen doen bij de lokale tuinder of boer en zien hoe en waar het geproduceerd wordt, etc. Zijn we door Corona en thuiswerken dichter bij elkaar  gekomen?

De theorieën van Paolo Soleri

Zeer inspirerend zijn ook de theorieën van Paolo Soleri, die in de jaren tachtig van de vorige eeuw een experiment is gestart: Arcosanti, een Urban Laboratory, waarin hij woonheuvels met  hoge dichtheden combineert met kassenbouw, zonne-energie, werkgelegenheid, etc. Hij heeft toen in Arizona (Verenigde Staten) een project gestart dankzij de  inzet  van vrijwilligers, opbrengsten van zijn ambachtelijke werkplaatsen, c.q. klokkengieterijen en lezingen, zie ook www.Arcosant.org.

Ik heb indertijd een Powerpoint presentatie samengesteld, die ik t.z.t.  kan presenteren op één van de Viba praktijkdagen.

Soleri was zich in de jaren zeventig van de vorige eeuw al bewust van de enorme ruimtelijk verspilling, de uitputting van grondstoffen en de bodem  en heeft toen concepten ontwikkeld van gemeenschappen / stedenbouwkundige voorstellen met een hoge dichtheid gecombineerd  met ecologische uitgangspunten. Dus geen woonkazernes of sloppenwijken, zoals in de 19e eeuw gebouwd, maar leefbare woongemeenschappen met voldoende privacy, werkgelegenheid, landbouw en een intensief sociaal leven.

Op deze manier kan de uitputting van de aarde en klimaatcrisis voorkomen worden, hoewel dit een gigantische opgave is, dat besef ik ook. Maar nooit geschoten, nooit geraakt, dus toch initiatieven in deze richting ontwikkelen.

 Aan de telefoon duidt Maurice nader:

De theorieën van functiescheiding van wonen,  werken en recreatie, ontwikkeld in de jaren 30 van de vorige eeuw, moeten  veel meer ter discussie worden gesteld en beantwoorden niet meer aan de echte menselijke behoefte en ervaring.  Het heeft geleid tot een enorme versplintering van steden en dorpen en een onevenwichtige groei van vele gemeenschappen zoals Almere, Heerhugowaard, Alphen a/d Rijn, etc. Verder is het stedenbouwkundig ontwerp te veel gebaseerd op een rationele/rationalistische/reductionistische  benadering, zonder voldoende  rekening te houden met  integratie van stad en platteland schaalgrootte, landschap,  zichtassen, verkeersstromen, openbaar vervoer, de historie van een gebied, etc. Deze theorieën zijn ontstaan in de periode van industrialisatie en opkomst van het grootkapitaal, waarbij getracht is een antwoord te geven op de onhygiënische leefomstandigheden van de arbeiders en de middenklasse en een oplossing vinden voor  de gigantische woningnood.  Door deze enorme maatschappelijke druk, hebben de toenmalige overheden en architecten zich beperkt tot het hoogstnoodzakelijke, met dikwijls als  gevolg een armoedige vormgeving en de meest basale invulling van de woningbouwopgave. Een uitzondering hierop is de Amsterdamse School, die compacte stedenbouw met gesloten bouwblokken combineerde met een fraaie detaillering van de gevels.

Wat is jouw antwoord op de…
Doorgeefvraag van Frans 

“Laat je leiden tot de echte menselijke behoefte en ervaring en… Kan dat (weer) internationaler en hoe zou je dat vormgeven? Bij de oorsprong van de VIBA door Peter Schmid is heel veel samengewerkt met Duitsland en Oostenrijk. Daar zie ik niets meer van.”

Mijn antwoord :
Internationale samenwerking is een goed idee, maar die kan alleen tot stand komen, nadat er binnen de Viba (voldoende) theorievorming en discussies over een aantal thema’s heeft plaatsgevonden en hierover is gepubliceerd.  Deze kunnen weer dienen als gespreksstof met andere Internationale organisaties, overheden, projectontwikkelaars, opdrachtgevers, etc.  Dat kost helaas tijd en inspanning !! Wel kunnen alvast contacten gelegd worden met Arcosanti, voor uitwisseling van ervaringen, discussies, als bron van inspiratie etc. Wellicht zijn in Duitsland,  Frankrijk of Groot Brittannië ook gelijkgestemde organisaties,  waarmee wij in gesprek kunnen komen.  Ook in Nederland zijn diverse initiatieven gaande, zie : www.cirkelstad.nl (reeds partner van VIBA).

 Welke is jouw doorgeefvraag?

Hoe kan de bouwwereld bijdragen aan meer zelfvoorzienendheid,  zonder alle voordelen van de moderne (industriële) maatschappij op te geven ?

Tot slot Maurice’s muzikale favorieten:

Yehudi Menuhin speelt Bach’s Viool Sonate nr 1 in G Mineur BWV.1001:

Joe Venuti jazzviool en Eddy Lang gitaar: 

VIBA

VIBA

Scroll naar boven

VIBA nieuwsbrief

Schrijf u in op onze nieuwsbrief

Managed by Kjenmarks - Wordpress & SEO specialisten