Een 10 voor de VIBA door (Oud) Minister van Economische Zaken Frans Andriessen
n.a.v. de opening van Hal II van de (huidige) VIBA EXPO (toen viba centrum) op 6 april 1994
een historisch document
De minister Andriessen : ‘Wie z’n werk goed doet, kreeg vroeger op school een tien.
Ik wil vandaag de VIBA ook een tien geven : ik noem tien punten op die positief zijn :
Punt 1
de VIBA levert een bijdrage aan de verbetering van de marktwerking op milieugebied door professionele informatie-verschaffing over mens- en mileuvriendelijk bouwen, wonen en werken. Verbetering van de marktwerking is een stokpaardje van het ministerie van Econmische Zaken. De VIBA plaatst het mens- en mileuvriendelijke bouwprodukt duidelijk in de markt als een alternatief.
Punt 2
de VIBA toont niet alleen aan hoe het bouwen milieuvriendelijker kan, maar geeft zelf ook op diverse manieren het goede voorbeeld :
De VIBA heeft zelf haar onderkomen gezocht in een oud fabrikspand (voorheen de Gruyter). Zij predikt dus niet alleen milieuvriendelijk hergebruik, maar brengt het ook zelf in de praktik. Voor het inrichten van de permanente expositie en de verbouwing die daartoe nodig was, heeft de VIBA hulp en kennis gezocht bij het bedrijfsleven.
Daardoor treedt geen verspilling van energie op en wordt het wiel niet op nieuw uitgevonden. Energiebesparing is ook een belangrijk onderdeel van het beleid van het ministerie.
Punt 3
de VIBA past zeer goed binnen de doelstellingen van het Mileu Beraad Bouw (MBB, Centraal orgaan tussen bouwbedrijfsleven an de overheid). Het doel van de MBB is : het operationaliseren van het NMP-beleid in de bouw (NMP, Nationaal Milieubeleid Plan). De MBB heeft daartoe een aantal taakstellingen opgesteld. De VIBA draagt met haar activiteiten bij tot de realisatie van deze taakstellingen.
Daarnaast probeert het MBB door interviews een beeld te krijgen van de bottle-necks bij de introductie van Duurzaam Bouwen. De VIBA kan juist bij het wegnemen van deze bottle-necks een belangrijke rol spelen.
Punt 4
de VIBA doet veel aan innovatie. De permanente expositie toont allerlei succesvolle nieuwe produkten en processen. Wat EZ betreft : hoe meer hoe liever ! Zowel de economie als het milieu zijn hiermee gebaat. Steun van Ministerie van Economische Zaken en VROM aan het VIBA-Centrum zijn dan ook niet enkel steun aan een individuele stichting, maar ook aan de beweging.
Punt 5
0nder ander door activiteiten van organisaties zoals de VIBA is het milieubewuste bouwen inderdaad een soort beweging geworden en vooral, en gelukkig, een marktbeweging. Het gaat niet langer alleen maar om composttoiletten, leemwanden of grasdaken. De milieudiscussie strekt zich nu uit over alle produkten en processen in de bouw. Steeds meer wordt duurzaam bouwen een hoofdstroom in plaats van een alternatieve subcultuur. We gaan een gezonde toekomst tegemoet. Ook het toekomstbeeld past goed in het ‘tien-puntenplan’ van vandaag. Er zijn goede perspectieven. De hoofdthema’s voor 1994 zijn Milieu en Technologie.
Punt 6
De VIBA wil op milieubeleid in een steeds vroeger stadium nieuwe mogelijkheden en kansen in de bouw benutten. Ik noem een aantal voorbeelden :
– toepassen van secudaire en hernieuwbare grondstoffen;
– recycling;
– integraal ketenbeheer;
– milieunormering;
– integraal milieu-zorgsystemen;
– ook flexibel, modulair en demontabel bouwen hebben een goede toekomst;
deze zullen er toe bijdragen dat het bouwproces beter aan kan sluiten bij de eisen en verwachtingen van de consument.
Punt 7
de VIBA loopt ook in 1994 voorop in technologische ontwikkeling. Belangrijke trend is de ontwikkeling van milieuvriendelijke materialen om overlast voor mens en natuur te beperken. Milieu-technologie als motor van de economische groei en dus sterk bepalend voor de toekomstige positie van de Nederlandse bouw. Als u straks, in de nieuwe expositieruimte, om u heen kijkt, ziet u dat de VIBA genoemde hoofdthema’s voor de komende jaren – Milieu en Technologie – letterlijk in huis heeft.
Punt 8
Door dit alles is de bijdrage van de VIBA aan de economie positief. Zij doet ideeen aan de hand, adviseert en ondersteunt. De VIBA heeft ingezien dat milieuvriendelijke produkten toekomst hebben:
Niet milieu-vriendelijke produkten zullen immers alleen maar duurder worden, milieu is daarmee ‘handel’ geworden en dus zijn er ook kansen voor de export.
Punt 9
de VIBA pakt haar probleem aan bij de bron :
bij de VIBA is er dan ook vooral aandacht voor de doelgroep beslissers in de bouw. Beslissers moeten doordrongen worden van het belang van duurzaam bouwen.
Punt 10
Ik zei al dat de VIBA kiest voor een marktgerichte aanpak. Zij doet dat ook nog via een professionele organisatie. Hiertoe werd voor het VIBA-Centrum een aparte stichting opgericht. Het VIBA-Centrum moet zich vanaf heden zelf bedruipen. Daarbij kan ze wel terugvallen op de kennis van de moederorganisatie, de VIBA-Vereniging. Er is dus een scheiding tussen beleid en uitvoering aangebracht.
Een goede zaak dus : voor succesvol milieubeleid moet de nadruk liggen op de uitvoering. Het VIBA-Centrum is hiervan een goed voorbeeld. Het levert een concrete bijdrage aan de uitvoering van het milieubeleid. Bovendien is er volop perspectief en een reele groeimarkt. Kortom de VIBA krijgt vandaag van het Ministerie van Economische Zaken een tien. Een nadeel : goede leerlingen zijn vaak geneigd tot gemakzucht. Zij denken : ik heb het hoogste bereikt, ik hoef nu niets meer te doen. Maar een tien krijgen betekent vooral : ga zo maar door ! Ik heb daar bij de VIBA alle vertrouwen in. En daarom ben ik verheugd vandaag letterlijk de deur te mogen openen naar een duurzame toekomst voor de VIBA en de bouw.’
Deze openingstoespraak werd ook gepubliceert in Gezond Bouwen & Wonen, ISSN 0921-4550